Een eigen cloud in minuten

Redactie WINMAG Pro
De juiste cloud kiezen is niet eenvoudig. Veel bedrijven willen bepaalde it liefst ook gewoon in eigen beheer houden, maar dan wel met dezelfde kenmerken als de public cloud. Cloudappliances maken dit nu mogelijk.

Hyperconversie is de volgende stap in de virtualisatie. In een hypergeconvergeerd systeem worden rekenkracht, opslag, netwerk en gevirtualiseerde resources volledig softwarematig beheerd vanuit één console en ondersteund door één leverancier. De aanschaf van een hypergeconvergeerd systeem verandert de it-afdeling in een cloudprovider die met hetzelfde gemak als een publieke cloudprovider voor projecten benodigde resources kan leveren.

VMware opent de wedstrijd

VMware EVO: RAIL is een van de eerste hypergeconvergeerde cloudoplossingen. VMware EVO: RAIL is een appliance in de vorm van een rackserver met daarop een volledige virtualisatie-stack op basis VMware-techniek: de vSphere hypervisor, vCenter Server voor beheer, Virtual SAN voor storage en vRealize Log Insight voor real-time logging en inzicht in de prestaties van het systeem. Configuratie en beheer gebeurt vanuit een volledig nieuw en met het oog op gemak en automatisering van taken, ontworpen interface. Eén VMware EVO: RAIL bestaat uit vier servers. Elke server heeft twee zes cores Intel-processoren, 192 GB geheugen, 16 TB opslag op SSD en snelle schijven voor storage-tiering, twee 10 GbE netwerkpoorten plus een managementinterface, en per chassis twee voedingen. Eén EVO: RAIL ondersteunt maximaal honderd virtuele machines of 250 virtuele desktops op basis van VMware Horizon View. Combinaties van VM’s en VDI-desktops zijn mogelijk.

Wie behoefte heeft aan meer, kan maximaal vier EVO: RAIL-systemen samenvoegen tot één groot systeem van 16 ESXi-servers. Zo’n systeem schaalt tot vierhonderd virtuele machines of duizend virtuele desktops met een storagepool van 52,4 TB. Een EVO: RAIL kost inclusief drie jaar support ongeveer 150 duizend dollar. 'Binnen een kwartier is een EVO:RAIl klaar voor gebruik, de mogelijkheid om naar honderd VM’s door te groeien en de lage prijs per VM maken dit een zeer interessant product. Bovendien geen verrassingen achteraf, de prijs ligt door de standaard hardware helemaal vast', aldus Ruud Kosters, marketing & business manager cloud en storage bij Dell.

VMware stapt namelijk niet zelf in de serverhardware maar laat de hardware leveren door Dell, HP, EMC, Hitachi, Fujitsu en Super Micro. Elke partner kan zijn eigen componenten in een EVO: RAIL gebruiken zolang het geheel maar voldoet aan de referentie-architectuur en vooraf wordt gecertificeerd door VMware. De partners zijn voor de klant het single point of contact. 'We leveren niet alleen de hardware maar de volledige support op het hele product. Heb je een probleem met de EVO: RAIL dan neemt Dell de volledige ownership van het probleem aan. Moet er met VMware gecommuniceerd worden, dan doen wij dat voor je.' Elke partner kan verder aanvullende producten en diensten leveren. 'Heeft een klant onvoldoende VMware-kennis in huis voor de deployment dan kunnen wij ook de implementatie uitvoeren en leveren ook een eventueel benodigde netwerkswitch of andere voorziening.'

'De eerste Nederlandse klanten voor de EVO: RAIL zijn stuk voor stuk bedrijven waar de it een belangrijk stuk van de corebusiness is of bepaalt. Denk aan research en development binnen it-bedrijven zoals testdev, maar ook de VDI-mogelijkheid van de EVO: RAIL is erg sterk. Ideaal voor plaatsing in een bijkantoor of als opstap naar VMware vCloud Air, de public-cloud van VMware', aldus Kosters. Richt VMware zich met EVO: RAIL vooral op middelgrote bedrijven, nog dit jaar wil het een tweede versie voor de allergrootste bedrijven lanceren. Dat systeem genaamd EVO: RACK schaalt tot tien volledig met bladeservers gevulde racks voor naar verwachting tussen de twaalfduizend en twintigduizend VM’s, en zal toch binnen twee uur volledig operationeel zijn. 'Je kunt de uitrol van een EVO: systeem vergelijken met het installeren van een app op je smartphone. Je rolt het uit en bent live, dat is wat bedrijven ook steeds meer willen', aldus Kosters.

Microsoft Cloud Platform System

Kort na VMware EVO: RAIL introduceerde Microsoft het Cloud Platform System. Ook dit is een hypergeconvergeerd systeem waarin rekenkracht, opslag, netwerk en virtualisatie samenkomen, maar dit keer op basis van Microsoft software en opnieuw, Dell hardware. Dell is de exclusieve wereldwijde partner voor het Cloud Platform System.

Met CPS haalt een bedrijf daadwerkelijk Microsoft Azure het eigen rekencentrum binnen. CPS bestaat uit het Windows Server 2012 R2 besturingssysteem inclusief de Hyper-V hypervisor, System Center R2 2012 voor management en beheer én het Windows Azure Pack. Deze laatste is een verzameling oplossingen die klanten mogelijk al kennen van Windows Azure. Het Azure Pack is de selfserviceportal voor het beheer van services, zoals websites, virtuele machines en de servicebus; een beheerdersportal voor het beheren van resource-clouds; schaalbare webhosting; en meer. Beheerders en klanten kunnen via de selfserviceportal diensten afnemen die dan via een runbook geleverd worden.

Het kleinste CPS-systeem is precies één rack gevuld met 32 bladeservers met elk twee acht cores Intel-processoren, 8 TB geheugen en 282 TB opslagcapaciteit. Maximaal vier van deze kasten kunnen gecombineerd worden tot één groot CPS met dan 128 servers, 2048 cores, 32 TB geheugen en 1,1 Petabyte opslagcapaciteit. Het CPS schaalt van tweeduizend virtuele machines in de kleinste tot achtduizend virtuele machines in de grootste opstelling. De hardware zijn Dell PowerEdge servers, Dell PowerVault storage en Dell Force 10 netwerkswitches.

De prijslijst van een CPS begint bij 1,6 miljoen dollar voor de hardware inclusief installatieservice door Dell. Voor de software wordt jaarlijks nog ongeveer 150 duizend dollar in rekening gebracht, voor de support nog eens maximaal de helft daarvan. Anders dan bij VMware EVO: levert bij CPS niet de partner maar Microsoft zelf de ondersteuning.

Hoewel Dell zowel met VMware als Microsoft partner is, is het volgens Ruud Kosters niet moeilijk klanten te helpen een keuze te maken, ook niet wanneer straks VMware met EVO: RACK een vergelijkbaar groot systeem als Microsoft CPS aanbiedt. 'De functionaliteit van VMware EVO: en Microsoft CPS ontlopen elkaar niet zoveel, het is de schaalgrootte die het verschil maakt. Daarnaast is het vooral een strategische keuze. Heeft men gekozen voor VMware als strategisch platform of voor Microsoft? Gebruikt men mogelijk al Microsoft System Center en wil hij daar bij aansluiten of niet? Dat zijn de factoren die de keuze bepalen.' Volgens Koster is er een sterke vraag naar CPS. 'Veel bedrijven willen bepaalde it gewoon in eigen beheer houden en hebben ook de kennis in huis om dat te doen. Dit soort hypergeconvergeerde systemen maakt hen dat mogelijk. Ze kopen eigenlijk gewoon een stuk zekerheid, welke vraag de business ook stelt, zij kunnen die nu snel en kundig beantwoorden.'

Waar blijft de rest?

De markt voor hypergeconvergeerde systemen is nog volop in beweging. Producten zullen verder innoveren en er komen nieuwe aanbieders bij. Kenners verwachten dat Red Hat de markt zal betreden, mogelijk met een op OpenStack gebaseerd systeem, en ook Cisco ontbreekt nog. Cisco werkt momenteel met een groot aantal partijen samen zoals EMC en NetApp maar ontbeert nog een strategische keuze uit al deze producten. De markt voor hypergeconvergeerde systemen benadert dit jaar de zes miljard dollar, maar nog belangrijker is dat de keuze die een bedrijf maakt, de strategische lijn voor jaren zal bepalen. Want ook in het rekencentrum geldt, uiteindelijk zijn niet alle servers even belangrijk.

Redactie WINMAG Pro
Door: Redactie WINMAG Pro
Redactie

Redactie WINMAG Pro

Redactie