Netneutraliteit: houdbaar of niet?

Redactie WINMAG Pro
Netneutraliteit is een tijd lang ‘hot’ geweest, maar in ons land en de rest van Europa is het wat stil geworden rond dit onderwerp. Zijn de bedreigingen rondom de neutraliteit van internet verdwenen?

Netneutraliteit is eigenlijk een voortdurend onderwerp van discussie tussen eindgebruiker en aanbieder van internet. Deze laatste groep, in de vorm van providers, vindt dat dataslurpende diensten simpelweg meer moeten kosten dan bescheiden verkeer. Ofwel - heel extreem - als consument moet je extra gaan betalen voor het bekijken van een videostream, maar betaal je de basisprijs als je eenvoudige websites zonder extraatjes bezoekt. Nog los van de zaak of dit een haalbare kaart is, loert er een ander gevaar: wie bepaalt welke diensten onder welk tarief gaan vallen? Wat gaat gebeuren bij een gereguleerd internet, is dat de provider bepaalt waar je binnen je gekozen pakket wel en geen toegang toe hebt. In het ergste geval kunnen we terugkeren naar een ‘Het Net’-scenario. In de begindagen was deze KPN-provider alleen bedoeld voor geselecteerde websites binnen Nederland. Een vrije toegang tot het web was er niet, het was veel meer een soort levensgroot Nederlands BBS (wie kent ze nog?) met een grafisch schilletje. Ook iMode was een schoolvoorbeeld van gefilterd internet. De iMode toestellen van - wederom - KPN waren voorlopers van de smartphone (of feature phone) met een ingebouwde browser. Er was echter een selectie aan sites beschikbaar, gemaakt door KPN. In die roerige begindagen werd dat nog enigszins geaccepteerd, maar het feit dat zowel iMode als Het Net (in besloten toestand) niet populair werden, gaf al aan dat niemand zat te wachten op regulering.

Betalen voor gebruik?

Toch is een gereguleerd internet nog altijd de natte droom van menig provider. En dan natuurlijk niet om de ‘verschrikkelijk hoge kosten’ die zijn gekoppeld aan het bekijken van videoclips, downloaden enzovoort te beteugelen, maar veel meer om extra geld te verdienen aan internet. De prijzen van een internetabonnement zijn gestaag gedaald. Betaalde je in de begindagen zomaar tachtig euro of meer voor een internetpakket, tegenwoordig krijg je het bijna gratis bij een pak waspoeder. Of in ieder geval bij je kabel-tv annex telefoon en video-on-demand-dienst. Ook mobiel internet staat onder grote druk, want zowel consumenten als overheden accepteren geen tientjesprijzen meer voor een handjevol Megabytes. Al dat soort zaken maken dat providers nog altijd zoekende zijn naar nieuwe verdienmodellen en een van de opties is netneutraliteit - waarbij al het dataverkeer dus gelijk wordt behandeld en betaald - op de schop gooien. In Europa (sinds vorig jaar) en Nederland in het bijzonder is netneutraliteit in de wet opgenomen. Vandaar dat het hier momenteel wat stiller is rond dit heikele onderwerp. In de Verenigde Staten daarentegen is netneutraliteit nog lang niet uit de gevarenzone en grote providers slagen er steeds weer in het onderwerp op de kaart te zetten. De felle debatten tussen voor- en tegenstanders aldaar geven aan dat het zeker nog geen gestreden strijd is in de VS. Mocht er daar ooit gekozen worden voor een minder neutraal internet, dan zal dat zeker de discussie hier ook weer doen losbarsten. Al was het maar, omdat het afnemen van bepaald dataverkeer uit de VS zomaar ineens meer geld voor providers aan deze kant van de plas kan kosten.

Filternet

Zo op het eerste gezicht lijkt een niet-neutraal internet nog niet eens zo’n ramp. Vergelijk het maar met kabel-tv: als je voor een basispakket kiest krijg je de beschikking over flink wat zenders waar de meeste mensen genoeg aan hebben. Wil je toegang tot meer kanalen, dan betaal je meer door er een of ander pluspakket bij te nemen. Toch zie je bij diezelfde kabel-tv ook meteen de mogelijke gevaren, want in diverse steden verdween zomaar ineens CNN van de kabel om vervangen te worden door een of meer minderhedenzenders. Dit leidde tot stevige protesten, maar vaak hielden de adviserende programmaraden hun poot stijf. Precies datzelfde scenario valt ook te verwachten bij een niet-neutraal internet. Iemand moet ergens immers gaan beslissen welke diensten in welk pakket thuishoren. Filternet is daarmee een feit en als consument wordt het zelfs moeilijk te controleren of een site écht niet beschikbaar is of weggedrukt wordt door je provider. Kortom: voor de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid is een open internet van levensbelang. Ook het bedrijfsleven kan vervelende gevolgen ondervinden van een niet-neutraal internet, want als je voor verstookte data moet betalen in plaats van het momentele gangbare flat-fee, gaat dat flink in de papieren lopen. Een terugkeer naar de torenhoge toltarieven voor de digitale snelweg is dan een realistisch doemscenario.

Zoekneutraliteit: nog gevaarlijker?

Een ander probleem gerelateerd aan netneutraliteit is zoekneutraliteit. Een groot probleem hierbij is dat er maar een handvol serieuze zoekmachines online is, waarvan Google eigenlijk de meest bekende en meest gebruikte is. Helemaal neutraal kan (en moet) een zoekmachine niet zijn, want dat zou betekenen dat als je zoekt op bijvoorbeeld Philips, een werkstuk van een scholier over dit bedrijf hoger zou kunnen verschijnen dan de site van Philips zelf. Filteren van ‘ruis’ in de vorm van ranking is hier dus geen overbodige luxe. Heel sinister is daarentegen het feit dat zoekresultaten onder dwang van derden verwijderd kunnen worden. Dankzij een beetje een domme Spaanse rechter is Google sinds vorig jaar verplicht ‘privacy-schendende’ informatie zonder discussie te verwijderen. Even Googelen op het verleden van bijvoorbeeld een potentiële nieuwe werknemer kan daardoor een stuk minder nauwkeurige resultaten opleveren. En zo kun je ineens een notoire oplichter in huis halen die z’n digitale sporen op slinkse wijze heeft uitgewist middels een verwijderverzoek aan Google. Al langer filtert Google resultaten onder druk van overheden en rechtenorganisaties, maandelijks worden indrukwekkende hoeveelheden websites via Google onvindbaar. In dat opzicht is het veel minder onrust veroorzakende fenomeen zoekneutraliteit misschien nog wel veel belangrijker en gevaarlijker dan netneutraliteit. Want uiteindelijk kun je met een niet-neutrale zoekmachine ook consumenten weghouden van sites die teveel dataverkeer verstoken, in ogen van overheden onprettige informatie bevatten of mogelijk(!) illegale content aanbieden. In dat licht bezien is gefilterd internet eigenlijk allang realiteit, de gemiddelde internetgebruiker kijkt immers niet verder dan Google of eventueel Bing.

Redactie WINMAG Pro
Door: Redactie WINMAG Pro
Redactie

Redactie WINMAG Pro

Redactie