Opinie: Het gevecht om een standaard

Technologische buzzwords en termen vliegen je continu om de oren. Of het nu 'convergentie' of 'The internet of things' is, je ontkomt niet aan het gevoel dat dit simpelweg marketingtrucs zijn om de aandacht te vestigen op een merk of product. Het zijn echter geen lege termen, want steeds meer gaan ze voorbij de buzz richting de dagelijkse realiteit. 'Convergentie' (het naar elkaar toegroeien van voorheen verschillende technologieën) en het 'Internet of Things' (het internet als niet-exclusief domein van door de mens bediende computers) stevenen hard op ons af. Sterker nog, ze zijn er al. Smartwatches, domotica, alletwee technologieën die (deels) vallen onder beide termen.

Het internet is geen vaste entiteit, het is niet tastbaar. Het is een idee binnen onze eigen technologische grenzen, grenzen die steeds meer opgerekt worden. Dat is ook noodzakelijk, want om vooruitgang te boeken moet je nu eenmaal over de grens kijken, om te kijken wat daar te halen valt. Zulk pionierswerk heeft ook nadelen. Er bestaan immers nog geen standaarden waarvan bedrijven gebruik kunnen maken om ook over die grens te stappen.

Geen standaarden betekent een wildgroei van technologische snufjes die niet met elkaar om kunnen gaan, maar wel allemaal aan hetzelfde internet hangen. Niet wenselijk, want met standaarden voorkom je enerzijds een monopolie van het ene bedrijf op een bepaalde technologie, anderzijds een marginalisering van het andere bedrijf dat toevallig een andere standaard hanteert met eenzelfde technologie. Precies om die reden worden er verbonden tussen bedrijven gesloten om te zorgen dat er standaarden ontstaan. Op het moment van schrijven zijn dat er twee: de AllSeen Alliance en het kersverse Open Interconnect Consortium.

AllSeen Alliance

De AllSeen Alliance (AA) is een verbond tussen vooraanstaande technologiebedrijven om interoperabiliteit te voorspoedigen. Onder de leden van de AA tref je onder andere Microsoft, Cisco, LG, Panasonic en Qualcomm aan.

Hun standaard valt onder het door Qualcomm geïnitieerde AllJoyn-opensourceproject. Hier kun je je ook als ontwikkelaar voor aanmelden. Het uiteindelijke doel van AllJoyn is om gezamenlijk een standaard te ontwikkelen voor interoperabiliteit van op het internet aangesloten apparatuur.

Open Interconnect Consortium

Tegenover de AA staat het Open Interconnect Consortium (OIC). Hun leden bestaan onder meer uit Samsung, Intel, Dell en Broadcom. Hun doel is hetzelfde als de AA, maar aangezien het OIC nog maar onlangs is opgericht hebben zij nog niet laten zien wat ze exact gaan doen. Wel laten ze weten dat ze een gestandaardiseerd 'framework' voor 'verticale markten' willen ontwikkelen, wat dus mogelijk erg gaat lijken op wat de AA doet met AllJoyn.

Standaard nog ver weg

Het is goed dat de betrokken partijen beseffen dat een standaard noodzakelijk is om daadwerkelijk een goedwerkend 'Internet of Things' te realiseren, maar twee organisaties betekent ook twee concurrerende standaarden. Dit is vergelijkbaar met de VHS- versus Betamax-standaard, de HD-DVD- versus Bluray-standaard. Alleen gaat het nu wel om meer dan enkel luxe consumentengoederen. Als je apparatuur allemaal aan het internet hangt, iets wat binnen enkele jaren zeer waarschijnlijk het geval is, wil je ook dat deze onderling met elkaar samen kunnen werken. Denk je een thermostaat in die geen gebruik kan maken van de gegevens die je weermeter genereert, enkel omdat deze er een andere standaard op nahoudt? Dit moeten we niet willen en dat begrijpen de bedrijven heus wel, maar zij zullen niet als makke schapen andermans standaard adopteren. Met twee verbonden waarbij aan beide kanten behoorlijk invloedrijke en belangrijke technologiebedrijven zijn aangesloten wordt dit mogelijk nog een pijnlijk gevecht. Een standaard is in ieder geval nog niet in zicht en de weg hiernaar toe gaat mogelijk slachtoffers eisen, zolang betrokken bedrijven geen concessies aan elkaar gaan doen. Laten we hopen dat die concessies er komen, al is het maar omdat wij een 'Internet of Things' best zien zitten.