3D-printen: voorbij de hype of nog de toekomst?
Ken je hem nog? Een paar jaar geleden leek de 3D-printer hét symbool van technologische vooruitgang te worden. Iedereen zou thuis producten gaan printen, van speelgoed tot gereedschap en zelfs huizen. Maar heeft de hype waarmee het begon zich door kunnen zetten? Het lijkt alsof AI en VR/AR de nieuwste technologische speeltjes zijn. Hoe populair is de 3D-printer nog?
Alhoewel het fenomeen al in de jaren '90 ontdekt werd, barstte de algemene 3D-printerhype rond 2012 pas los. De technologie werd toen plots betaalbaarder, start-ups schoten als paddenstoelen uit de grond, en de media speculeerden dat consumenten straks hun eigen huishoudelijke producten zouden printen. Dat alles door een uitvinding van Filabot, die ervoor zorgde dat er met meer soorten plastic geprint kon worden.
Sinds 2020 is de markt voor vrijwel iedereen toegankelijk. Machines en materiaal kosten steeds minder en er zijn steeds meer aanbieders. De vraag is alleen: ziet de consument het praktische nut er nog wel van in? Sure, het is voor bedrijven een goed hulpmiddel, maar thuis heb je er vaak weinig aan. Hoeveel mensen ken jij met een compleet 3D-geprint bestek, bijvoorbeeld.
Waar 3D-printen wél floreert
Hoewel de publieke aandacht verslapte, bleef de technologie zich dus ontwikkelen in professionele sectoren. In de medische wereld worden inmiddels op maat gemaakte protheses, implantaten en zelfs menselijke weefsels geprint. De luchtvaart- en auto-industrie gebruiken 3D-printen voor lichtgewicht onderdelen die met conventionele methodes lastig te produceren zijn.
Ook in de industrie is additive manufacturing - de technische term voor 3D-printen - inmiddels gemeengoed bij prototyping, productontwikkeling en kleine series. Het stelt engineers in staat om snel ideeën tastbaar te maken en productieprocessen te versnellen. Zo evolueerde de technologie in stilte tot een onmisbare tool binnen innovatieve maakindustrieën.
3D-printen onder consumenten
Achter de schermen dus een hoop geprint, maar in de meest thuiskantoren mist de 3D-printer. Waarom? Ten eerste: voor veel gebruikers ontbreekt een tastbaar voordeel. Een printer aanschaffen, onderhouden en gebruiken vergt veel kennis én tijd. Daarnaast zijn 3D-modellen niet altijd eenvoudig te vinden of aan te passen, zeker niet als je er geen lange dagen in kunt stoppen.
Bovendien is het type product dat je thuis realistisch kunt printen vaak beperkt tot gadgets, kleine kunst(/kitsch)objecten of eenvoudige vervangingsonderdelen als ventieldopjes. Die kan je vaak ook van een site als Amazon halen. 3D-printen is onder consumenten daardoor een echte hobby, waar je niet veel aan hebt als je er niet veel tijd in wil steken.
Klaar voor een tweede golf
Toch is het verhaal nog niet ten einde. We zeiden al dat printers nu toegankelijker zijn dan ooit, en de kwaliteit wordt ook alsmaar beter. 3D-printers zijn sneller, nauwkeuriger en goedkoper geworden. Vergelijk het met computers - eerst begonnen die als langzame, dure bakbeesten en nu zijn ze overal mee te nemen met een veel hogere performance.
In het onderwijs wint de printer opnieuw terrein: van basisscholen tot technische universiteiten wordt 3D-printen ingezet om ontwerpend leren te stimuleren. Ook duurzaamheid speelt een rol. Door lokaal te produceren en alleen te printen wat nodig is, kan verspilling worden beperkt. Combineer dat met gerecycleerde filamenten, en het proces wordt steeds milieuvriendelijker.
Ook duiken er steeds meer bedrijven op die 3D-modellen aanbieden aan consumenten. Van kant-en-klare modellen of AI-gegenereerde ontwerpen, zo raakt alles steeds meer binnen handbereik. Maar goed, daar heb je dus zelf geen printer voor nodig.
3D-printen: voorbij de hype
De hype is voorbij, maar de technologie leeft voort, diep geïntegreerd in sectoren waar innovatie, precisie en snelheid de boventoon voeren. Daardoor blijft de innovatie in het product en de markt hard doorgroeien.
En zo zien we een technologie die langzaam maar gestaag volwassen wordt, vooral als aanvulling op het productieproces. Alhoewel de rage misschien is afgenomen, is er meer dan je denkt geprint. Misschien zijn het de ventieldopjes van je fiets, misschien loop je door Amsterdam; overal kan je het tegenokomen.