Online criminaliteit treft 2,4 miljoen Nederlanders
Online criminaliteit raakt inmiddels miljoenen Nederlanders. In 2024 waren 2,4 miljoen mensen slachtoffer van fraude, phishing of identiteitsdiefstal – en het aantal blijft groeien. Nieuwe cijfers van het CBS tonen dat vooral jongeren en online shoppers risico lopen. Wat betekent dit voor de digitale veiligheid, en hoe kunnen we ons beter beschermen? Daarbij gaat het niet alleen om financiële schade, maar ook om vertrouwen, psychisch welzijn en de weerbaarheid van onze samenleving.
Online criminaliteit in cijfers
Uit een grootschalig onderzoek onder ruim 33.000 Nederlanders blijkt dat online criminaliteit in cijfers een structureel probleem is geworden. In 2024 gaf 9,4% van de bevolking aan slachtoffer te zijn geweest van fraude of oplichting – goed voor zo’n 2,4 miljoen mensen. Twee jaar eerder lag dit percentage nog op 7,6%.
Aankoopfraude is de meest voorkomende vorm: consumenten worden verleid tot aankopen via valse webshops of advertenties. Ook verkoopfraude, phishing en identiteitsfraude nemen sterk toe. Hacken liet daarentegen een lichte daling zien: van 4,6% in 2022 naar 3,9% in 2024. Daarmee verschuift de dreiging duidelijk naar fraude en social engineering.
Daders vaak dichterbij dan gedacht

Online criminaliteit wordt vaak gezien als een abstract gevaar, uitgevoerd door anonieme hackers. Toch blijkt de realiteit complexer. Uit het onderzoek komt naar voren dat ook mensen uit de directe omgeving verantwoordelijk zijn. Ex-partners (8,6%), vrienden (5,9%), collega’s (2,1%) en zelfs familieleden spelen regelmatig een rol bij online bedreiging of fraude. Deze onverwachte bron van dreiging maakt het probleem extra ingrijpend: slachtoffers verliezen niet alleen geld of data, maar ook vertrouwen.
Jongeren en kwetsbare groepen

Vooral jongeren zijn een belangrijke risicogroep. Maar liefst 20% van de 15- tot 25-jarigen werd in 2024 slachtoffer van online fraude. Hun sterke aanwezigheid op sociale media en de verleiding van ogenschijnlijk betrouwbare advertenties vergroten het risico. Ouderen van 65 jaar en ouder blijken minder vaak getroffen, maar toch heeft één op de tien ook ervaring met online criminaliteit. Daarnaast blijkt dat huishoudens met een lager welvaartsniveau vaker slachtoffer zijn: zo’n 18% tegen 16% gemiddeld.
Psychische en emotionele impact
De gevolgen van online criminaliteit zijn niet altijd financieel. Slachtoffers rapporteren vaak psychische of emotionele schade: verlies van vertrouwen (36,5%), gevoelens van onveiligheid (30%) en zelfs angst- of slaapproblemen. Bij online bedreiging en intimidatie ligt dit percentage nog hoger. Het laat zien dat de impact verder reikt dan materiële schade: online criminaliteit tast ook het welzijn en het gevoel van veiligheid aan.
De onderschatte impact van identiteitsfraude
Hoewel identiteitsfraude minder vaak voorkomt – 0,6% van de bevolking in 2024 – zijn de gevolgen groot. Een gestolen identiteitsbewijs kan leiden tot langdurige schade, zoals het openen van bankrekeningen of het afsluiten van contracten op naam van het slachtoffer.
Volgens ethisch hacker Jochen den Ouden is preventie cruciaal: “Cybercriminelen vinden identiteitsbewijzen vaak terug in mailboxen. Een simpele tip is om te zoeken op termen als ‘paspoort’ of ‘rijbewijs’ en oude bestanden te verwijderen. Wie toch een kopie moet versturen, kan veilige apps gebruiken zoals KopieID. Daarmee maak je je BSN onleesbaar en voeg je een watermerk toe.”
Lage aangiftebereidheid
Opvallend is dat slechts 16% van de slachtoffers daadwerkelijk aangifte doet bij de politie. Ongeveer de helft meldt het incident helemaal niet, vaak omdat men denkt dat het toch niets uithaalt. Dit lage meldings- en aangiftegedrag bemoeilijkt de opsporing en vervolging, waardoor cybercriminelen vaak ongestoord hun gang kunnen gaan.
Nieuwe dreigingen: AI en menselijke fouten

Online fraude wordt steeds geavanceerder. Criminelen maken gebruik van AI om overtuigende phishingmails, nepwebshops en deepfakes te creëren. Daarnaast spelen supply chain-aanvallen een grotere rol: zwakkere schakels in de keten worden misbruikt om grotere organisaties binnen te dringen.
Toch blijft de mens vaak de zwakste schakel. Volgens security-onderzoek draait in 2025 naar verwachting de helft van alle cyberincidenten om menselijke fouten: onoplettendheid, slechte wachtwoorden of het klikken op een verkeerde link.
Gerelateerd: Van deepfakes tot LLM’s: zo gaan oplichters tegenwoordig te werk – een blik op de nieuwste technieken die criminelen inzetten.
Praktische tips voor digitale veiligheid
Bewustwording is volgens experts de eerste stap in de strijd tegen online criminaliteit. Door alert te zijn en basismaatregelen te nemen, verklein je de kans op slachtofferschap aanzienlijk. Enkele aanbevelingen:
- Wees kritisch op aanbiedingen die te mooi lijken om waar te zijn.
- Gebruik alleen betrouwbare betaalmethodes.
- Controleer altijd de echtheid van websites en webshops.
- Deel geen privacygevoelige gegevens met derden.
- Houd je mailbox schoon van identiteitsdocumenten.
Wat doen overheid en politie tegen online criminaliteit?
Ondanks de groei van het aantal slachtoffers blijkt de aanpak van online criminaliteit lastig. Een groot deel van de incidenten wordt niet gemeld of komt niet tot aangifte, waardoor opsporing en vervolging vaak stroef verlopen. Daarnaast zijn cyberzaken technisch complex en grensoverschrijdend, wat de effectiviteit verder belemmert.
Toch worden er stappen gezet. De politie bundelt aangiftes en zet steeds vaker in op verstoringsacties, zoals het offline halen van servers van ransomwaregroepen. Ook op beleidsniveau zijn er initiatieven: via het Cybercrimebeeld Nederland (CCBN) brengen politie en Openbaar Ministerie trends en ontwikkelingen in kaart. Dit instrument moet zorgen voor betere samenwerking tussen partijen en een effectievere aanpak van cybercriminaliteit.
Voor burgers en bedrijven betekent dit dat melden wél degelijk nut heeft: hoe meer zicht politie en justitie krijgen op patronen en daders, hoe effectiever er kan worden opgetreden.
Daarnaast speelt Europese regelgeving een steeds grotere rol. Lees meer over de NIS2-richtlijn en wat die betekent voor bedrijven.
Conclusie: urgentie voor digitale weerbaarheid
De cijfers maken duidelijk dat digitale weerbaarheid een blijvend en groeiend risico vormt. Van jongeren die in de val lopen van misleidende advertenties tot slachtoffers van identiteitsfraude: de impact is breed voelbaar. Daarbij gaat het niet alleen om financiële schade, maar ook om psychische gevolgen en verlies van vertrouwen.
Tegelijkertijd staat de opsporing onder druk door de lage meldingsgraad en de complexiteit van cyberzaken. Dat maakt het des te belangrijker dat consumenten, bedrijven en overheid samenwerken. Bewustwording, technische maatregelen en een hogere bereidheid om incidenten te melden zijn cruciale stappen. Alleen zo kan de digitale weerbaarheid meegroeien met de dreiging van cybercriminelen.
Lees ook: Cybersecurity in 2025: trends, uitdagingen en oplossingen – over zero trust, AI en andere strategieën waarmee bedrijven zich wapenen tegen nieuwe dreigingen.