Goedkope Android-tablets: kat in de zak?

Android-tablets zijn een steeds aantrekkelijker alternatief voor de dominerende Apple-tabletten. Het besturingssyteem is inmiddels volwassen. Versie 4.0 is vrij van kinderziekten en maakt het voor ontwikkelaars aantrekkelijker voor dit platform te ontwikkelen, aangezien deze ook op smartphones draait. Maar het grote nadeel: ze zijn vaak duur. Doorgaans duurder dan wat Apple biedt. Te duur, volgens velen.

Aan de andere kant zijn daar de extreem goedkope Android-tablets. Merken als ViewSonic, Archos, Yarvik, Point of View en Cresta brengen voor (veel) minder dan 200 euro een tablet op de markt. Dat klinkt aanlokkelijk, maar kijk uit met wat je koopt. Bij deze modellen is namelijk zonder uitzondering beknibbeld op de hardware. Waar moet je op letten?

Aanraaktechniek

Aanraaktechniek van beeldschermen zijn grofweg te verdelen in twee soorten: capacitief en resistief. De laatstgenoemde techniek is wat ons betreft een deal breaker; schermen met een resistief beeldscherm moet je hard indrukken voor respons, wat de hele gebruikservaring van een tablet onderuit haalt. Ook multitouch is met deze techniek niet mogelijk. Hoewel capacititieve schermen steeds meer de overhand krijgen, zijn er nog een aantal tablets met een resistief scherm te koop. Laat ze alsjeblieft liggen.

Gebruikte paneel

Een van de meerwaarden van een moderne tablet boven bijvoorbeeld een doorsnee laptop is het superieure beeldscherm. Dat is te danken aan het gebruikte paneel, vaak van het type ips (iPad), Super PLS (Samsung Tab) of zelfs Super IPS Plus (Asus Transformer Prime). Deze technieken bieden een goede inkijkhoek, bredere kleurruimte en diepere zwartwaarden. Omdat je tablets vooral gebruikt voor mediaconsumptie (films en foto's kijken, browsen, e-books lezen) moet je het belang hiervan niet onderschatten. Veel goedkopere tablets gebruiken echter de tn-techniek die je ook in veel goedkopere pc-monitoren aantreft. De kleurweergave en inkijkhoek laat te wensen over en kan veel van je tabletplezier verknallen. Vergeet ook de resolutie niet: tablets uit het lage segment komen vaak met 800 x 480 beeldpunten. Dat is lager dan bij de iPad (1024 x 768) en veel lager dan bij duurdere Android-tablets (vaak 1280x800). Het resultaat: webpagina's die niet in zijn geheel kunnen worden weergegeven en over het algemeen een minder scherp en korrelig beeld.

Android-versie

Android is zoals eerder gezegd aanbeland bij versie 4.0 (Ice Cream Sandwich). Duurdere Android-tablets uit 2011 beschikken veelal over Android 3.x, maar krijgen binnenkort een update naar 4. Zo niet bij goedkope Android-tablets. Deze zijn vaak nog altijd uitgerust met versie 2.x, dat uberhaupt nooit voor tablets ontwikkeld is, maar voor telefoons. Ook bieden fabrikanten in dit segment niet altijd een helder updateplan en is het uberhaupt de vraag of je ooit updates krijgt aangeboden. Informeer daar altijd naar.

Processorkracht

Voor een soepele werking van de Android-interface en een vloeiende browse-ervaring is een redelijk krachtige processor geen overbodige luxe. Een dualcore-processor zoals de Tegra2 is daarbij een soort 'minimum', tenzij je schokkerige animaties en vertraagde respons van je apps niet zo'n ramp vindt. Goedkopere Android-tablets hebben vaak een laag geklokte single-core processor (1 GHz of lager), wat de algemene gebruikservaring op zijn zachtst gezegd niet ten goede komt.

Opslagruimte

Voornamelijk multimedia als muziek en films kunnen snel veel ruimte innemen. Wil je deze permanent op je tablet bewaren, kijk dan goed naar de  opslagcapaciteit en of je deze eventueel kunt uitbreiden met een (micro)SD-kaart.

Tenslotte willen we je als tip meegeven: wanneer je besluit te gaan voor een goedkoop Android-tablet, zorg dan dat je deze in ieder geval eerst kunt proberen. Bestel dus niet blind van een webshop, je weet nooit wat je precies thuisgestuurd krijgt. In het slechtste geval koop je een nodeloos traag reagerend apparaat met een verouderd besturingssysteem, een lelijk beeldscherm en blijft van je tablet-ervaring helemaal niets over.

Volg Raymond Luijbregts via Google+