Interview: Bas Born, Schneider Electric

Redactie WINMAG Pro
685 duizend dollar. Per uur. Volgens onderzoekers van de Aberdeen Group is dit de financiële strop die - je raadt het al - grote bedrijven riskeren als het datacenter even niet beschikbaar is.

Maar ook mkb’ers voelen het direct in hun portemonnee als bijvoorbeeld de webserver onderuit gaat. Volgens Bas Born van Schneider Electric kan het goed inrichten van de computerruimte veel ellende voorkomen. ‘De vraag is of je je als ondernemer of it-verantwoordelijke ook echt met die inrichting wilt bezighouden.’

Als Business/Sales Manager Mid Market adviseert Bas Born mkb’ers over de inrichting en opzet van nieuwe en bestaande computerruimtes. ‘Die inrichting moet niet worden onderschat’, verzekert Born. Er komt heel wat kijken bij het zo efficiënt mogelijk laten draaien van een computerruimte.‘Veel bedrijven dachten nooit echt na over hoe ze hun computerruimte inrichtten; ze kozen een ruimte en vulden die met zo veel mogelijk rijen met serverracks.’ Ook de bijna spreekwoordelijke ‘servers in een bezemkast’ zijn volgens Born nog altijd geen uitzondering. ‘Dat gaat een tijd lang goed, maar is niet heel efficiënt en als er iets kapot gaat, zit je met een probleem.’

Een andere groep die Born in het mkb naar eigen zeggen ‘enorm veel’ tegenkomt, zijn de early adopters. ‘Die zagen al heel snel in dat het belangrijk is je data goed op te slaan en te zorgen dat die altijd beschikbaar zijn.’ Inmiddels zijn deze installaties echter sterk verouderd en wordt het voor deze bedrijven tijd om een volgende stap te zetten. ‘Dan is de vraag waar je je voor gesteld ziet: 'Wat moet je nog in huis houden?'

Binnen- of buitenshuis?

Volgens Born staat de ondernemer bij het zetten van de volgende stap voor de keuze: (1) alles in eigen hand houden door op eigen locatie de computerruimte te verbouwen of een nieuwe ruimte in te richten, (2) de servers verhuizen naar een commercieel datacenter (co-locatie) of vervangen door een clouddienst, of (3) een combinatie hiervan. ‘De keuze die ondernemers maken, is uiteindelijk heel persoonlijk.’ Van ‘goede’ of ‘foute’ keuzes is volgens Born dan ook geen sprake. ‘Geen enkel bedrijf is hetzelfde en je moet dus ook uitgaan van de individuele situatie.’

Het voornaamste advies dat Born meegeeft, is om goed te kijken naar je data en wat je ermee doet. ‘Zaken als crm en erp kan je zonder al te veel problemen extern opslaan’, verzekert Born. Maar wat ga je bijvoorbeeld doen met je bedrijfskritische data, die op ieder moment van de dag beschikbaar moeten zijn? ‘Zie je it als enabler van je onderneming en ben je veel met data bezig, dan is het het overwegen waard om deze binnenshuis te houden.’ Als je echter het gevoel hebt dat een commercieel datacenter zijn zaakjes altijd beter op orde heeft, kan er ook voor worden gekozen om de kritieke data juist op co-locatie onder te brengen. Daarnaast adviseert Born om te kijken of er specifieke applicaties draaien die niet zomaar over te zetten zijn naar een andere locatie. Applicaties die zo essentieel zijn voor de bedrijfsvoering dat het offline halen hiervan voor een migratie zelfs in de nachtelijke uren of het weekend niet mogelijk is. Deze bedrijven zullen niet snel een overstap naar een externe locatie overwegen, behalve wanneer ze met een nieuw project beginnen.

Datacenter-as-a-service

Kosten kunnen een reden zijn om juist voor de optie buitenshuis te kiezen. ‘Een computerruimte moet ergens staan. Waar zet je die neer? Wil je hierin investeren? Zo niet, dan kun je er beter voor kiezen om veel uit te besteden’, meent Born. Voor ondernemers die hun data liever niet elders hebben staan, maar niet het geld of de plek hebben voor een volwaardige serverruimte binnen de muren van het kantoor of bedrijfspand, is er nog de optie om een ‘prefab module’ aan te schaffen. In dit ‘kant-en-klare datacenter’, dat bijvoorbeeld op een parkeerplaats kan worden geplaatst, zit alle moderne apparatuur, van stroomvoorziening tot koeling en de modernste it-apparatuur. Zo is je serverruimte helemaal up-to-date en blijven de kosten te overzien door onder meer een leaseconstructie. Een ‘Datacenter-as-a-Service’, zoals Born dit noemt.

Niet te ingewikkeld

‘We moeten het vooral niet te ingewikkeld maken’, concludeert Born. ‘Voor de ondernemer draait het uiteindelijk om de functionaliteit, dat alles werkt. Je moet ervoor zorgen dat je data altijd beschikbaar zijn, zo snel mogelijk kunnen worden aangesproken en bewerkt en dat je er zeker van kunt zijn dat je data ook veilig zijn. Zet je data extern neer, let dan goed op de beveiliging en mogelijkheid tot disaster recovery.’ Hetzelfde geldt uiteraard voor de data binnenshuis, ook die moeten bij onverwachte calamiteiten beschikbaar blijven. ‘Zorg dat je altijd een oplossing hebt voor het geval er iets fout gaat. Een goede UPS voor wanneer de stroom uitvalt, fatsoenlijke koeling van je serverruimte en eventueel een back-up op een andere locatie die je snel terug kunt zetten.’

Samen met haar partners adviseert Schneider ondernemers over de beste manier om hun computerruimte in te richten. ‘Met onze Lifecycle-services leveren we een assessment van de bestaande omgeving en laten we ondernemers precies weten waar ze nog aan moeten voldoen.’ Hiermee weet je altijd zeker dat jouw computerruimte aan alle eisen voldoet. ‘Stel dat je op het punt staat te verhuizen, dan kunnen we een quickscan doen, waarmee meteen duidelijk is waar je op moet letten bij de nieuwe locatie en kunnen we adviseren over de ideale indeling van de computerruimte. Daarbij gaan we uit van de individuele situatie, want geen bedrijf is hetzelfde.’

Redactie WINMAG Pro
Door: Redactie WINMAG Pro
Redactie

Redactie WINMAG Pro

Redactie