Pensioenzorgen ICT-sector flink boven gemiddeld
Zes op de tien ICT’ers in Nederland maken zich zorgen over hun pensioen. Daarmee ligt het percentage aanzienlijk hoger dan in andere sectoren. Uit een representatief onderzoek van online pensioenbank Brand New Day blijkt dat deze pensioenzorgen deels voortkomen uit het ontbreken van een goede pensioenregeling bij veel ICT-bedrijven.
“Veel mensen in deze sector bouwen geen pensioen op via hun werkgever. Dat wreekt zich nu,” aldus Joost Tieland, directeur bij Brand New Day.
Waarom zijn de pensioenzorgen in de ICT-sector zo groot?
In vergelijking met andere grote sectoren zijn de zorgen in de ICT opvallend hoog. In de transportsector maakt 33 procent zich zorgen, in techniek en bouw 38 procent, en in de zorgsector en zakelijke dienstverlening 39 procent. Landelijk ligt het gemiddelde op 45 procent.
De ICT-sector scoort dus fors slechter. Tieland wijst op de achtergrond van veel bedrijven in deze branche: relatief jong, flexibel georganiseerd en zonder vaste pensioenstructuur. Werknemers zijn vaak zelf verantwoordelijk voor hun oudedagsvoorziening.
“Dat hoeft op zich geen nadeel te zijn, maar het vergt wel dat mensen actief aan de slag gaan. En juist die verantwoordelijkheid zorgt bij velen voor kopzorgen,” stelt hij. Werkgevers zouden hun medewerkers hierin beter kunnen ondersteunen, bijvoorbeeld met pensioenvoorlichting of andere regelingen die handelingsperspectief bieden.
Pensioenspijt ondanks eigen actie
Opvallend is dat de zorgen ook leiden tot actie. Maar liefst 90 procent van de ICT’ers zet actief geld opzij, vooral voor pensioen. Daarmee scoren zij duidelijk hoger dan collega’s in andere sectoren, zoals de zorg.
In de zorgsector spaart slechts 71 procent, vaak door beperkte financiële ruimte. Daarnaast sparen zorgmedewerkers vaker voor een buffer dan specifiek voor pensioen.
Toch overheerst bij veel ICT’ers het gevoel dat ze te laat zijn begonnen. 60 procent van hen zegt spijt te hebben dat ze hun pensioenopbouw niet eerder hebben geregeld. Ook dit ligt ruim boven het landelijk gemiddelde (44 procent). Ter vergelijking: in de zorgsector zegt 34 procent spijt te hebben, in techniek en bouw 42 procent, en in transport en zakelijke dienstverlening 44 à 45 procent.